De grootste uitdaging van de nieuwe Omgevingswet

In de zomer van 2017 werd de invoering van de Omgevingswet opnieuw uitgesteld. Vanaf 1 januari 2021 gaan we er mee werken. In Binnenlands Bestuur van 29 september wordt een dijkgraaf geciteerd als hem naar de belangrijkste redenen voor het uitstel wordt gevraagd: dat zijn vooral juridische, digitale en financiële redenen. Ongetwijfeld zijn dat op dit moment belangrijke nog uit te werken thema’s, maar de vraag is of één van de grootste uitdagingen daarmee niet ondersneeuwt, namelijk: “De betrokkenheid van de burger”.

Burgerparticipatie is niet meer weg te denken uit het publieke domein. Ook bij het formuleren van nieuw beleid en, in het geval van de Omgevingswet, bij het bundelen van de relevante ruimtelijke wetgeving tot één nieuwe wet. Wensen en overtuigingen uit de samenleving zijn echter moeilijk samen te vatten in eenduidige regels, die één op één kunnen worden opgenomen in een wetstekst. De context waarbinnen keuzes moeten worden gemaakt is zo divers, dat het zelfs moeilijk is om afspraken te maken over te hanteren processtappen. Dat is anders bij tastbare begrippen als financiën, juridische kaders en digitale tools. Daar kun je afspraken over maken. Het gevaar bestaat dat bij de implementatie van de nieuwe wet de aandacht vooral komt te liggen bij deze, goed definieerbare, thema’s. Dat kan ten koste gaan van ruimte voor de belangrijkste belanghebbende bij een duurzame en passende inrichting van de ruimte, namelijk de samenleving.

Deze uitdaging is niet (alleen) te ondervangen met nieuwe regels en definities. Het betrekken van de samenleving vraagt namelijk vooral om een veranderende houding. Het vraagt niet om focus op aanbod (“dit zijn de regels, en zo doen we het”), maar om focus op de vraag (“wat wil de samenleving bereiken en wat heeft zij daarvoor nodig”). Dat pleit er voor om ons de komende jaren niet blind te staren op het opleiden van ambtenaren en bestuur op de inhoud van de nieuwe wet. Burgerbetrokkenheid wordt eerder vergroot door te werken aan een samenlevingsgerichte attitude van bestuur en ambtelijke organisatie, waardoor beter kan worden ingespeeld op de vragen van de samenleving. Nee, ik pleit niet voor het afschaffen en handhaven van de regels. De vraag moet echter wel zijn: welk doel streven we na en hoe kunnen we dat met medewerking van de samenleving bereiken? Ik ben er van overtuigd dat als “burgerparticipatie” wordt gekozen als leidmotief, de implementatie van deze nieuwe Wet een succes kan worden.